Ik denk wel eens: “Wat hebben we het leven toch ingewikkeld gemaakt. Wat hebben we het menszijn toch ingewikkeld gemaakt. Wat hebben we het voelen toch ingewikkeld gemaakt”.
We hebben zoveel verhalen bij gevoelens. We hebben zoveel theorieën over gevoelens, we hebben zoveel methodes voor gevoelens. We hebben zoveel namen voor gevoelens. We hebben zoveel oordelen over gevoelens.
“Nothing is either good or bad, but thinking makes it so.”
(William Shakespeare)
We zien over het hoofd dat het ingewikkeld wordt met het benoemen en beoordelen van gevoelens. Dan gaan we treven naar ‘goede’ gevoelens en strijden tegen ‘slechte’ gevoelens. Dan worden we bang voor bepaalde gevoelens.
En dan is er ineens meer nodig dan alleen voelen.
Dan hebben we verklaringen nodig voor gevoelens, dan hebben we methodes nodig om gevoelens te managen en hebben we verhalen en theorieën nodig om gevoelens te rechtvaardigen.
We zien over het hoofd dat we heel veel betekenis zijn gaan geven aan gevoelens. We zien over het hoofd dat gevoelens niks meer en niks minder zijn dan volkomen natuurlijke tijdelijke sensaties, die van zichzelf geen naam en betekenis hebben. En dat het bezig zijn met gevoelens die we als ongewenst benoemen, ze in stand houdt.
We zien ook over het hoofd dat we exact dezelfde lichamelijke sensaties in de ene situatie als angst en ongewenst benoemen en in een andere situatie als opwinding of gezonde spanning betitelen en het dan niet als problematisch ervaren.
En dat mag natuurlijk. Maar het hoeft niet
Het maakt het menszijn onnodig ingewikkeld.
We leven ook in het grote (aangeleerde) misverstand dat er iets buiten ons is dat ons gevoel bepaalt.
We leven met het idee dat omstandigheden of andere mensen ons een bepaald gevoel kunnen geven. Dat ons welzijn ergens van afhankelijk is.
En dan worden we afhankelijk. Dan gaan we proberen om omstandigheden te veranderen. Of om onze medemens te veranderen. Dan gaan we onze medemens bestrijden, bevechten of uitsluiten en missen we de verbinding.
En dat mag natuurlijk. Maar het hoeft niet.
Het maakt het leven onnodig ingewikkeld.
Het kan eenvoudiger.
Minder pijnlijk.
Liefdevoller.
Door te herkennen hoe het menselijk systeem werkt.
Door te herkennen wat we in wezen zijn, wat onze (gedeelde) ware natuur is.
En dat hoeft natuurlijk niet. Maar het mag wel.
Het maakt het leven en het menszijn minder ingewikkeld.